Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Wet verplichte beroepspensioenregeling

 

Artikel 133 Langetermijnherstelplan
1
Wanneer een beroepspensioenfonds voorziet of redelijkerwijs kan voorzien dat het niet meer voldoet of zal voldoen aan de bij of krachtens artikel 127 gestelde vereisten ten aanzien van het eigen vermogen, meldt het beroepspensioenfonds dit onverwijld aan de toezichthouder.
2
In de in het eerste lid bedoelde situatie dient het beroepspensioenfonds binnen drie maanden of zoveel eerder als de toezichthouder bepaalt ter instemming bij de toezichthouder een concreet en haalbaar langetermijnherstelplan in. In dit langetermijnherstelplan werkt het beroepspensioenfonds uit hoe het uiterlijk binnen 15 jaar zal voldoen aan artikel 127.
3
Het beroepspensioenfonds handelt onverwijld overeenkomstig het langetermijnherstelplan.
4
Het beroepspensioenfonds rapporteert gedurende de uitvoering van het langetermijnherstelplan de toezichthouder jaarlijks of het herstel verloopt overeenkomstig de doelstellingen van het langetermijnherstelplan; waarbij wordt aangegeven:
a
welke activiteiten het beroepspensioenfonds in het afgelopen jaar heeft uitgevoerd;
b
welke resultaten deze activiteiten tot dan toe hebben gehad; en
c
hoe de actuele positie van het beroepspensioenfonds is.
5
De toezichthouder beoordeelt ten minste eenmaal per drie jaar of aanvullende maatregelen nodig zijn zodat het langetermijnherstelplan ook daadwerkelijk kan worden gerealiseerd.
6
Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden regels gesteld omtrent de inhoud en opstelling van een langetermijnherstelplan.


Jurisprudentie bij dit artikel

  • Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.

  • Geen resultaten gevonden voor de door u opgegeven zoek termen.
  •